BASISPLAN 3D les
|
Gegevens student Gegevens doelgroep
Sectie beeldend onderwijs Groep 7 - 8
Groep Pld2 : Boterogroep
Aantal lln. 26-28
Opdracht
De
beeldende probleemstelling
|
|
Activiteiten
Korte
beschrijving van de activiteit/ opdrachten
|
o Duidelijke uitleg hoe de poppen te maken
aan de hand van de Powerpoint.
o Op een rijtje
zetten welke poppen we allemaal nodig hebben. Een opsomming, en verdeling
welk groepje welke poppen maakt.
o Maken van de
stokpoppen.
|
Vorm
Aan
welke beeldaspecten wordt specifiek aandacht besteed, welke nuance breng je daarin aan?
|
o Kleur. De kleur van
de poppen, zodat ze contrasteren met de overwegend zwart-wit-grijze decors.
o Ruimte. De poppen
zijn ruimte innemend.
o Vorm. Omdat er
onderscheid is tussen de dunne poppen, de dunne poppen met een buikje, en de
dikke poppen.
|
Materiaal
Welke
materialen en gereedschappen laat je gebruiken?
|
Boek: Spaghetti van
Menetti, Kees Leibbrandt, ill. Carl Hollander.
Vertelversie van het
verhaal.
Digitaal schoolbord.
Dikke stokken voor de
lijven. Dunne latten voor de handen.
Diverse stoffen (voor de
dikke poppen).
Piepschuim ballen. (hoofden
van de dikke poppen)
Diverse karton en papier
(voor de platte poppen)
Scharen, lijm, nietjes,
Naald en draad
Splitpennen
Jute
zakken
kranten
|
Beschouwing
|
beschrijving
beeldmateriaal beschrijving
beschouwingvragen
|
|
Wat
laat je de kinderen zien in verband met een ‘beeldrijke start’, welke vragen
stel je daarbij?
|
|
Hoe kunnen we de platte
poppen een buikje geven?
Hoe maken we het lichaam
van de dikke poppen dik?
|
Werkwijze
Welke
technieken en werkwijze laat je de kinderen toepassen?
|
De lln werken in 6
drietallen, en twee viertallen. Een groepje maakt bijvoorbeeld de
burgemeester, maar dan wel dun, dun met buikje en dik. Zo zal de burgemeester
wel in alle 3 de hoedanigheden herkenbaar zijn als burgemeester.
De leerlingen gaan:
o
Tekenen
o Knippen
o Verven of plakken
o
Splitpennen
gebruiken (bewegen armen platte en platte poppen met buikje)
o Naaien (kleertjes
dikke poppen)
o Opvullen van juten
zakken met krantenproppen voor de lijven van de dikke poppen.
o Lichaam van
opgevulde juten zak op de stok bevestigen, dan
armen ook van opgevulde doorgeknipte en dichtgemaakte
juten zak.
o
Armen vastnaaien
aan de schouder van de pop. Latten
bevestigen aan de handen.
|
Onderzoek
Op
welke onderdelen wil je dat er variaties onderzocht worden?
|
De kinderen onderzoeken:
o
Hoe ze de poppen in alle drie hoedanigheden gelijkend
krijgen.
o Hoe de armen kunnen
bewegen van de poppen.
o voornamelijk door te experimenteren en te
overleggen met elkaar.
o Onderzoeken of ze ook
bewegende ellebogen en polsen kunnen maken. (dit is eventueel een
differentiatie opdracht mocht het erg goed gaan.)
|
LESFASEN
|
|
Groep:
7-8
|
|
Organisatie
Wat moet er van tevoren worden klaargezet?
Welke organisatievorm hanteer je m.b.t. de
groepering van de kdn?
Wanneer laat je welk beschouwingsmateriaal
zien?
Hoe komen de kinderen aan hun materiaal en
gereedschap?
|
De materialen om de diverse poppen te kunnen
maken.
De PowerPoint met daarin de afbeeldingen uit het
boek, en de uitleg over hoe de poppen te maken.
o De
leerlingen werken in groepjes. 6 drietallen en 2 viertallen.
o Instructie
is klassikaal.
Bij de introductie van deze les het filmpje: http://www.nederlandsmarionettentheater.nl/fledermaus.htm
Om
aan te geven hoe je met de poppen kan spelen. Later komen er afbeeldingen
voor in de ppt.
De
gereedschappen en materialen die nodig zijn heb ik in het handvaardigheidlokaal
klaar gezet.
|
Oriëntatie
Hoe wordt de les ingeleid?
Wat zijn je vragen en antwoorden bij het beschouwingsmateriaal?
Hoe luiden de instructies waarmee je ze aan
het werk zet en wat laat je daarbij zien?
|
Filmpje is verwerkt in de PowerPoint. Hier staat ook de uitleg
in.
Wat voor soort poppen zijn er in het filmpje
gebruikt? (stokpoppen)
Wat is er bij de poppen allemaal beweegbaar? (armen)
Goed overleggen welke materialen er gebruikt
worden, zodat de poppen qua stijl goed bij elkaar passen. Maak een
taakverdeling voordat je met je groepje begint te werken.
|
Uitvoering
Welke reflectievragen stel je de kinderen
tijdens de begeleiding?
Waarmee verwacht je dat ze hulp nodig
hebben?
Welke minimumeisen hanteer je (zie doelen)
tijdens de begeleiding?
|
Hoe
moet de pop eruit komen te zien? Hoe bereiken we dit?
Welke
delen van de pop moeten kunnen bewegen? Hoe bereiken we dit?
Het
creëren van het goede uiterlijk.
o Duidelijk zichtbaar
verschil tussen dunne poppen, poppen met buikje en dikke poppen. Dat 1
karakter in deze drie stadia wel herkenbaar is als dat karakter.
o De armen van de poppen
kunnen bewegen.
|
Nabeschouwing
Hoe organiseer je de overgang werk
nabeschouwing?
Waar laat je (welk) werk en kinderen?
Welke vragen stel je of welke kijkopdrachtjes geef je om met de
kinderen te zien of de doelen zijn bereikt?
|
Na
het maken van de poppen gaan we feedback op elkaars poppen geven. Dit doen we
op een uitsluitend opbouwende manier. Hierna hebben we eventueel nog tijd om
aanpassingen door te voeren.
Elk
groepje komt om de beurt met hun poppen voor het bord staan, zodat iedereen
een goed beeld heeft van de gemaakte pop. De rest van de leerlingen zit in
een kring om het bord heen.
We
laten eerst de pop zien zonder te zeggen welk karakter het is. Dit is gelijk
een goede test of de pop herkenbaar is.
|
Accenten
of opmerkingen
Op welke manier besteed je aandacht aan de
leeftijd en de verschillen tussen kinderen?
Wat verwacht je op het gebied van
samenwerking en zelfstandigheid?
|
Door de leerlingen zelfstandig de poppen te
laten maken, en zelf (gezamenlijk) te laten bedenken welke poppen we allemaal
nodig hebben, zullen ze op hun eigen niveau werken en zal differentiatie
vanzelf gaan.
Op dit niveau kunnen de leerlingen al veel
zelfstandig, en samenwerken zal dan ook een aandachtspunt zijn. Er zal wat
instructie nodig zijn bij het maken van de poppen.
|
Geen opmerkingen:
Een reactie posten