dinsdag 24 januari 2012

Bevo basisplan 3D les

BASISPLAN  3D les

Gegevens student Gegevens doelgroep
Sectie beeldend onderwijs                             Groep 7 - 8
Groep Pld2 :                                                Boterogroep
Aantal lln.                                                    26-28


Opdracht
De beeldende probleemstelling


 
  • Het maken van de poppen die we nodig hebben om het verhaal te spelen. Welke poppen we nodig hebben, hebben we in de vorige dramales al besloten.
  • Het onderscheid tussen dunne, iets dikkere  (met buikje) en de dikke poppen moet duidelijk te zien zijn.
  • De armen van de poppen moeten kunnen bewegen, en wij moeten ze kunnen sturen.



Activiteiten
Korte beschrijving van de activiteit/ opdrachten
o    Duidelijke uitleg hoe de poppen te maken aan de hand van de Powerpoint.
o   Op een rijtje zetten welke poppen we allemaal nodig hebben. Een opsomming, en verdeling welk groepje welke poppen maakt.
o   Maken van de stokpoppen.




Vorm
Aan welke beeldaspecten wordt specifiek aandacht besteed, welke nuance breng je daarin aan?

o   Kleur. De kleur van de poppen, zodat ze contrasteren met de overwegend zwart-wit-grijze decors.
o   Ruimte. De poppen zijn ruimte innemend.
o   Vorm. Omdat er onderscheid is tussen de dunne poppen, de dunne poppen met een buikje, en de dikke poppen.


Materiaal
Welke materialen en gereedschappen laat je gebruiken?
Boek: Spaghetti van Menetti, Kees Leibbrandt, ill. Carl Hollander.
Vertelversie van het verhaal.
Digitaal schoolbord.
Dikke stokken voor de lijven. Dunne latten voor de handen.
Diverse stoffen (voor de dikke poppen).
Piepschuim ballen. (hoofden van de dikke poppen)
Diverse karton en papier (voor de platte poppen)
Scharen, lijm, nietjes,
Naald en draad
Splitpennen
Jute zakken
 kranten



Beschouwing
beschrijving beeldmateriaal    beschrijving beschouwingvragen

Wat laat je de kinderen zien in verband met een ‘beeldrijke start’, welke vragen stel je daarbij?

Hoe kunnen we de platte poppen een buikje geven?
Hoe maken we het lichaam van de dikke poppen dik?




Werkwijze
Welke technieken en werkwijze laat je de kinderen toepassen?
De lln werken in 6 drietallen, en twee viertallen. Een groepje maakt bijvoorbeeld de burgemeester, maar dan wel dun, dun met buikje en dik. Zo zal de burgemeester wel in alle 3 de hoedanigheden herkenbaar zijn als burgemeester.
De leerlingen gaan:
o   Tekenen
o   Knippen
o   Verven of plakken
o   Splitpennen gebruiken (bewegen armen platte en platte poppen met buikje)
o   Naaien (kleertjes dikke poppen)
o   Opvullen van juten zakken met krantenproppen voor de lijven van de  dikke poppen.
o   Lichaam van opgevulde juten zak op de stok bevestigen, dan   
armen ook van opgevulde doorgeknipte en dichtgemaakte juten zak.
o    Armen vastnaaien aan de schouder van de pop.  Latten bevestigen aan de handen.


Onderzoek
Op welke onderdelen wil je dat er variaties onderzocht worden?
De kinderen onderzoeken:
o   Hoe ze de poppen in alle drie hoedanigheden gelijkend krijgen.
o   Hoe de armen kunnen bewegen van de poppen.
o    voornamelijk door te experimenteren en te overleggen met elkaar.
o   Onderzoeken of ze ook bewegende ellebogen en polsen kunnen maken. (dit is eventueel een differentiatie opdracht mocht het erg goed gaan.)



 
LESFASEN
 
Groep: 7-8

Organisatie
Wat moet er van tevoren worden klaargezet?



Welke organisatievorm hanteer je m.b.t. de groepering van de kdn?


Wanneer laat je welk beschouwingsmateriaal zien?

  

Hoe komen de kinderen aan hun materiaal en gereedschap?


De materialen om de diverse poppen te kunnen maken.
De PowerPoint met daarin de afbeeldingen uit het boek, en de uitleg over hoe de poppen te maken.

o   De leerlingen werken in groepjes. 6 drietallen en 2 viertallen.
o   Instructie is klassikaal.


Bij de introductie van deze les het filmpje: http://www.nederlandsmarionettentheater.nl/fledermaus.htm
Om aan te geven hoe je met de poppen kan spelen. Later komen er afbeeldingen voor in de ppt.

De gereedschappen en materialen die nodig zijn heb ik in het handvaardigheidlokaal klaar gezet.
Oriëntatie
Hoe wordt de les ingeleid?


Wat zijn je vragen en antwoorden  bij het beschouwingsmateriaal?
   

Hoe luiden de instructies waarmee je ze aan het werk zet en wat laat je daarbij zien?

Filmpje is verwerkt  in de PowerPoint. Hier staat ook de uitleg in.


Wat voor soort poppen zijn er in het filmpje gebruikt? (stokpoppen)
Wat is er bij de poppen allemaal beweegbaar? (armen)
  

Goed overleggen welke materialen er gebruikt worden, zodat de poppen qua stijl goed bij elkaar passen. Maak een taakverdeling voordat je met je groepje begint te werken.
  
Uitvoering
Welke reflectievragen stel je de kinderen tijdens de begeleiding?
  

  
Waarmee verwacht je dat ze hulp nodig hebben?

  

Welke minimumeisen hanteer je (zie doelen) tijdens de begeleiding?

Hoe moet de pop eruit komen te zien? Hoe bereiken we dit?
Welke delen van de pop moeten kunnen bewegen? Hoe bereiken we dit?

   
Het creëren van het goede uiterlijk.

  
o   Duidelijk zichtbaar verschil tussen dunne poppen, poppen met buikje en dikke poppen. Dat 1 karakter in deze drie stadia wel herkenbaar is als dat karakter.
o   De armen van de poppen kunnen bewegen.

Nabeschouwing
Hoe organiseer je de overgang werk nabeschouwing?



Waar laat je (welk) werk en kinderen?



Welke vragen stel je of  welke kijkopdrachtjes geef je om met de kinderen te zien of de doelen zijn bereikt?

Na het maken van de poppen gaan we feedback op elkaars poppen geven. Dit doen we op een uitsluitend opbouwende manier. Hierna hebben we eventueel nog tijd om aanpassingen door te voeren.

Elk groepje komt om de beurt met hun poppen voor het bord staan, zodat iedereen een goed beeld heeft van de gemaakte pop. De rest van de leerlingen zit in een kring om het bord heen.

We laten eerst de pop zien zonder te zeggen welk karakter het is. Dit is gelijk een goede test of de pop herkenbaar is.
Accenten of opmerkingen
Op welke manier besteed je aandacht aan de leeftijd en de verschillen tussen kinderen?


Wat verwacht je op het gebied van samenwerking en zelfstandigheid?
Door de leerlingen zelfstandig de poppen te laten maken, en zelf (gezamenlijk) te laten bedenken welke poppen we allemaal nodig hebben, zullen ze op hun eigen niveau werken en zal differentiatie vanzelf gaan.



Op dit niveau kunnen de leerlingen al veel zelfstandig, en samenwerken zal dan ook een aandachtspunt zijn. Er zal wat instructie nodig zijn bij het maken van de poppen.





Geen opmerkingen:

Een reactie posten