Door dik en DUN
Lessenserie
Geïnspireerd
op de kunstenaars Botero en Giacometti.
Geschikt voor groep 7-8.
Beeldende vorming en drama.
Opgebouwd uit:
-
Kennismaking met de kunstenaars Botero
en Giacometti d.m.v. een didactiserende Powerpoint presentatie met beschouwingsvragen.
-
Het verhaal ‘Spaghetti van Menetti’.
(Leibbrandt, 1964).
-
Het verhaal bewerken om het geschikt te
maken voor een poppenspel.
-
3D-les: stokpoppen maken.
-
2D-les: decors maken.
-
Poppenspel.
-
Cultureel uitstapje: naar beeldentuin
met opdrachten.
Inleiding
Deze
lessenserie bestaat uit zeven verschillende onderdelen, die samen een
kunstproject vormen. Om te beginnen laten we de leerlingen kennismaken met het
werk van de kunstenaars Botero en Giacometti. Hiervoor maken we gebruikt van
een didactiserende Powerpoint presentatie en beschouwingsvragen. Het verhaal
‘Spaghetti van Menetti’, van Kees Leibbrandt met prachtige illustraties van
Carl Hollander (1964) past erg mooi bij het werk van Botero en Giacomett. De
leerkracht leest het verhaal voor. Op basis van dit verhaal gaan de leerlingen
een poppenspel ontwikkelen, maken en spelen. Om te beginnen gaan de leerlingen
het verhaal bewerken tot een versie die geschikt is voor een 15 minuten durend
stokpoppenspel. Aan de hand van deze bewerking bepalen de leerlingen van welke
personages zij een stokpop nodig hebben en in welke varianten (dun, met buikje,
dik) en bedenken zij welke decors er nodig zijn. De leerlingen gaan in de
3D-les de stokpoppen maken en in de 2D-les de decors. Daarna gaan zij aan de slag
met het bewerkte verhaal, de stokpoppen en de decors om er een
poppenvoorstelling van te maken. Uiteraard spelen zij de voorstelling in elk
geval voor elkaar, maar ze kunnen dit ook doen voor andere klassen en de
ouders. Als afsluiting van het project gaan de leerlingen naar een beeldentuin,
waar zij beschouwingsopdrachten krijgen en fotograferen. Dit word nabesproken
in de klas en van de gemaakt foto’s wordt een eindcollage gemaakt.
Verhaal, bewerken, personages
stokpoppen, decors
Het
verhaal ‘Spaghetti van Menetti’ (Leibbrandt,1964) wordt voorgelezen.
Het
poppenspel wordt gebaseerd op dit verhaal en de leerlingen gaan in deze les het
verhaal bewerken zodat het in ongeveer 15 minuten te vertellen en uit te beelden is als poppenspel.
Vervolgens
wordt er een klassengesprekgehouden over hoe het verhaal bewerkt kan worden om
het geschikt te maken voor het poppenspel. Het is de bedoeling dat er zoveel
mogelijke vanuit de leerlingen komt. De leerkracht stuurt waar nodig zodat:
-
de hoofdlijn behouden blijft,
-
de leerlingen een keus maken uit de bijlijnen,
-
het verhaal een opbouw kent: begin, probleem, climax, eind.
Uiteindelijk
wordt door de leerlingen het verhaal bewerkt tot een 15 minuten durend verhaal.
Dit verhaal wordt compleet uitgeschreven.
Aan
de hand van het bewerkte verhaal bepalen de leerlingen welke personages ze
nodig hebben, in de vorm van stokpoppen, alsmede de variant van het personage
(dun, met buikje, dik). Hiervan wordt een lijst gemaakt.
Op
dezelfde manier wordt bepaald in welke verschillende omgevingen het verhaal
zich afspeelt en wat voor decors daarvoor nodig zijn. Om de leerlingen een
oplossing te laten bedenken, zodat er niet teveel decors gemaakt moeten worden,
kan de leerkracht de dit probleem opwerpen en de leerlingen vragen om over een
oplossing na te denken (bijvoorbeeld een aantal basisdecors, met losse
aanvullende elementen, die erin gezet kunnen worden).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten