dinsdag 24 januari 2012

Bevo basisplan dramales


Poppenspel


Het verhaal ‘Spaghetti van Menetti’ (Leibbrandt,1964), past erg mooi bij het werk van Botero en Giacometti.  Voor dit onderdeel van de lessenserie gaan de leerlingen een poppenspel spelen. Op basis van dit verhaal. Ze doen dit met de stokpoppen die ze gemaakt hebben in de 3D-les en met het decor dat ze gemaakt hebben in de 2D-les. De spelvorm zit tussen een poppenspel en een raamvertelling in.
Het poppenspel wordt gespeeld met stokpoppen voor een achtergrond. De achtergrond wordt gevormd door  power point dia’s. Deze hebben de leerlingen gemaakt door tekeningen, die zij tijdens de 2D-les hebben gemaakt, te fotograferen en waar zij een Powerpoint presentatie van gemaakt hebben. Naast de achtergrond en de stokpoppen bestaat de voorstelling uit het voorgelezen verhaal. Het oorspronkelijke verhaal zal bewerkt moeten worden om het geschikt te maken voor het poppenspel. Ook dit maakt deel uit van de dramalessen. 
De leerkracht met de leerlingen wat er allemaal moet gebeuren om tot een voorstelling te komen. Het is de bedoeling dat er zoveel mogelijk uit de leerlingen zelf komt. Een aantal zaken staan wel van tevoren vast: aanpassing van het verhaal zodat het speelbaar is, de hoofdlijn van het verhaal, het gebruik van de stokpoppen, het gebruik van het decor uit de 2D-les, niet alle leerlingen kunnen tegelijk spelen (hoe dit op te lossen kunnen de leerlingen zelf verzinnen, bijvoorbeeld: de ene helft van de klas speelt voor de andere helft van de klas en v.v., of zelfs in drie groepen, ze spelen de voorstelling ook voor andere klassen en/of de ouders). Wat de leerlingen zelf kunnen invullen of waar zij voor kunnen kiezen zijn bijvoorbeeld: de bijzaken van het verhaal, de verdeling van de rollen en taken, hoe te beginnen, te eindigen, op te komen, af te gaan, wisseling van poppenspelers, hoe de poppenspelers niet teveel opvallen en eventueel zelfs een extra dimensie door ook muziekinstrumenten te gebruiken (iel voor de dunne poppen, zwaar voor de dikke poppen).


BASISPLAN Dramales
Gegevens student                                   Gegevens doelgroep
Sectie beeldend onderwijs                          Groep 7 - 8
Groep                                                      Pld2 : Boterogroep
Aantal lln.                                                26-28


Opdracht
De beeldende probleemstelling


Vertel en verbeeld het verhaal, in een tijdsbestek van 15 minuten, m.b.v. de gemaakte stokpoppen en decors.



Activiteiten
Korte beschrijving van de activiteit/ opdrachten
o   Leren spelen met de stokpoppen.
o   Het verhaal op een boeiende manier vertellen.
o   Het op tijd wisselen van de ppt dia’s met het decor.
o   Zorg dat bij de opvoering het verhaal en de poppen synchroon lopen met de juiste achtergrond.
o   Zorg ervoor dat de poppen tijdens het spel goed tot hun recht komen: de dikke dik en de dunne dun (stand).
o   Bedenk hoe jullie de voorstelling aankondigen/beginnen en ook eindigen.
o   Bedenk een manier hoe jullie opkomen en afgaan.
o   Bedenk hoe jullie de poppen op laten komen en af laten gaan.
o   Bedenk een manier om te wisselen van poppenspelers (bijv. door het verhaal in een aantal bedrijven te verdelen).
o   Bedenk hoe de poppenspelers niet teveel opvallen voor het decor.
o   Zorg voor samenwerking: overleg, rolverdeling, hulp aan elkaar



Vorm
Aan welke beeldaspecten wordt specifiek aandacht besteed, welke nuance breng je daarin aan?

  • Er is variatie te zien in houding en beweging van de poppen, passend bij het vertelde verhaal.
  • De poppen verhouden zich zo tot elkaar dat ze samen in het decor passen.
  • De poppen vormen een geheel met de achtergrond.
  • (vorm, ruimte en compositie)


Materiaal
Welke materialen en gereedschappen laat je gebruiken?
  • Het aangepaste verhaal op basis van : ‘Spaghetti van Menetti’, Kees Leibbrandt, ill. Carl Hollander (1964).
  • Decors, gemaakt in de 2D-les.
  • Poppen, gemaakt in de 3D-les.
  • Digitaal schoolbord.



Beschouwing
beschrijving beeldmateriaal   


Een afbeeldingen laten zien van het spelen met stokpoppen, handpoppen en marionetten.




beschrijving beschouwingvragen

Wat is het verschil in spelen tussen stokpoppen, handpopen en marionetten??

Stokpoppen

Handpoppen



 

Marionetten
Hoe speel je samen met een verteller?
Wat laat je de kinderen zien in verband met een ‘beeldrijke start’, welke vragen stel je daarbij?



Werkwijze
Welke technieken en werkwijze laat je de kinderen toepassen?
  • De kinderen leren het vertelde verhaal, het poppenspel en het wisselen van de power point dia’s op elkaar af te stemmen: dus luisteren, spelen en kijken tegelijk.
  • De kinderen leren de techniek van het spelen met de stokpoppen.
  • De kinderen leren dat ze de poppen zo moeten houden dat hun omvanggoed zichtbaar is (dik-dun).
  • De kinderen leren het duidelijk en met intonatie vertellen van een verhaal.
  • De kinderen leren dat er meer komt kijken bij een voorstelling dan alleen de voorstelling, zoals opkomst, afgaan en  niet opvallen van de poppen spelers.
  • De kinderen leren samenwerken, naar elkaar luisteren, elkaar helpen en respecteren (vb. als een lln. geen poppenspel wil doen, maar wel de ppt wil bedienen is dat ook goed en belangrijk).



Onderzoek
Op welke onderdelen wil je dat er variaties onderzocht worden?
De kinderen onderzoeken:
  • hoe het verhaal het best opgebouwd kan worden. (spanningsopbouw, het overbrengen van de clou, tijdsduur);
  • hoe je de stokpoppen kunt laten bewegen, ermee kunt spelen, waarbij hun omvang zichtbaar houdt;
  • hoe je de poppen op laat komen en afgaan;
  • hoe ze de voorstelling beginnen en eindigen;
  • hoe ze wisselen van poppenspelers;
voornamelijk door te experimenteren en te overleggen met elkaar.






LESFASEN

Groep: 7-8

Organisatie
Wat moet er van tevoren worden klaargezet?




Welke organisatievorm hanteer je m.b.t. de groepering van de kdn?


Wanneer laat je welk beschouwingsmateriaal zien?












Hoe komen de kinderen aan hun materiaal en gereedschap?


De stokpoppen.
De decors in de vorm van de power point.
Het aangepaste verhaal op basis van  ‘Spaghetti van Menetti’ (Leibbrandt, 1964).


Dit is afhankelijk met hoeveel personen de leerlingen één voorstelling willen spelen: klas in twee of drie groepen delen, die hun eigen voorstelling maken en bij elkaar toeschouwen.
Dus 13-14 leerlingen of groepjes van 8/9 leerlingen. Binnen deze groepjes wordt een verdeling gemaakt: verteller(s), poppenspelers, bediening ppt, aankondiger, afkondiger, enz..

Voor het oefenen van het poppenspel worden drie afbeeldingen getoond van stokpoppen, handpoppen en marionetten. De beschouwingsvraag is wat het verschil in spelen is met de diverse poppen.




Ook wordt besproken hoe de poppenspelers samen kunnen werken met de vertellen.


Voor deze les is geen materiaal en gereedschap nodig, behalve de stokpoppen, de decors op ppt en het aangepaste verhaal. Wanneer de leerlingen zaken bedenken zoals poppenspelers die zwarte kleren aan willen omdat ze zo minder opvallen, zal dat nog geregeld moeten worden, eventueel ook muziekinstrumentjes, als de leerlingen op het idee komen het verhaal met geluiden te ondersteunen.

Oriëntatie  
Hoe wordt de les ingeleid?
Wat zijn je vragen en antwoorden  bij het beschouwingsmateriaal?












Hoe luiden de instructies waarmee je ze aan het werk zet en wat laat je daarbij zien?
Inleidende Powerpoint presentatie
Voor zover van toepassing:
Vraag: Wat is het verschil in spelen met stokpoppen en handpoppen? En marionetten?
Antwoord: Handpoppen beweeg je door er met je hand in te gaan en deze te bewegen door je arm, hand en/of vingers te bewegen. Hoofd en armen kunnen afzonderlijk bewogen worden d.m.v. het bewegen van een vinger. Stokpoppen worden op gehouden door een stok. Stokpoppen hebben beweegbare armen en benen en soms zelfs ook beweegbare hoofden en handen. Daar zitten stokjes aanvast, waarmee deze delen bewogen kunnen worden. Marionetten hebben touwtjes aan hun armen, benen en hoofd en worden vanaf boven bewogen.
Vraag: Hoe spelen poppenspelers, verteller en decorwisselaars samen?
Antwoord: Door op elkaar te letten, goed naar het verhaal dat de verteller vertelt te luisteren en door tijdens het oefenen duidelijke afspraken te maken.

Tijdens het oefenen van het poppenspel proberen alle kinderen met de stokpoppen te spelen. Er wordt ook gevarieerd in wie verteller is en de achtergronddia’s met de ppt verzorgt. Probeer bij het oefenen vooral de stand van de pop het bewegen van de armen en uit. Oefen ook met het synchroon laten lopen van het verhaal, de achtergrond en de bewegingen van de poppen. Medeleerlingen kijken goed hoe het eruit ziet en geven feedback. Oefen samen tot jullie vinden dat het er goed uitziet. Pas als besloten is wie welke rol vervuld en het echte instuderen begint houdt iedereen zich aan zijn rol.
Uitvoering
Welke reflectievragen stel je de kinderen tijdens de begeleiding?




Waarmee verwacht je dat ze hulp nodig hebben?






Welke minimumeisen hanteer je (zie doelen) tijdens de begeleiding?
Wat willen jullie bereiken?
Zijn er problemen waar jullie tegenaan lopen?
Wat zijn de oplossingen die jullie hiervoor bedacht hebben?
Hebben jullie bepaalde zaken uitgeprobeerd?
Wat heeft dat opgeleverd?
Hoe gaat de samenwerking?

Samenwerking, veilige leeromgeving, alle leerlingen een aandeel/rol, bewegen van de poppen, hoe te zorgen voor het synchroon lopen van verhaal, poppen en achtergrond dia’s.
Een zodanig gebruik van de stokpoppen dat het verschil tussen dunne en dikke poppen goed zichtbaar is.

Duidelijke manier van het voorlezen van het verhaal, goed verstaanbaar.
Dia’s lopen synchroon met het verhaal.
Alle leerlingen een passende rol waar zij zich prettig bij voelen.
Veilige leeromgeving voor alle leerlingen.
Nabeschouwing
Hoe organiseer je de overgang werk nabeschouwing?





Waar laat je (welk) werk en kinderen?
Welke vragen stel je of  welke kijkopdrachtjes geef je om met de kinderen te zien of de doelen zijn bereikt?
Na het oefenen evalueren we het poppenspel met de leerlingen, waarbij het de uitdaging is de leerlingen elkaar op een prettige, opbouwende manier feedback te laten geven.  
Na de ‘officiële’ voorstelling wordt er opnieuw geëvalueerd.
In het geval dat er ook een voorstelling gegeven wordt voor de ouders, wordt er op een geschikt moment geëvalueerd, maar dat kan ook de volgende dag zijn.

De stokpoppen hangen we op met hangertjes in de klas. Leerlingen in de kring in de klas.

Voelden jullie je prettig in de groep waarmee je samenwerkt?
Hadden je een rol waarbij je je prettig voelde?
Was voor het publiek goed te zien of het een dunne of dikke pop was?
Was het verhaal goed te horen?
Klopte de achtergronddia’s met het verhaal?
Accenten of opmerkingen

Op welke manier besteed je aandacht aan de leeftijd en de verschillen tussen kinderen?

Wat verwacht je op het gebied van samenwerking en zelfstandigheid?

Door de leerlingen zelf een groot deel van het poppenspel vorm te laten geven en er zorg voor te dragen dat zij zich prettig voelen met hun rol, zul je op hun eigen niveau uitkomen en differentiëren.

Dat is erg afhankelijk van de groep, maar er zal zeker wat sturing van de leerkracht nodig zijn bij de samenwerking en het geven van opbouwende feedback. Het poppenspel zelf kunnen de leerlingen voor het grootste deel zelf vormgeven, maar zij zullen wat instructie nodig hebben bij het leren spelen met de stokpoppen.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten